Een vrijwel onbekend Nationaal Park in Alaska.
In Alaska is de Brooks Range de geografische scheiding tussen de Taiga en het arctische noorden. De permafrost vormt de onderlaag voor de toendra. In de Brooks Range heersen de poolwinden van het noorden over de gletsjervalleien. Het droge winterklimaat zorgt voor een bevroren woestijn. De bergen zijn van graniet. De zuidkant is wat glooiender door het smeltende water. De boomgrens ligt een eind zuidelijker. Caribou, Dall Sheep, wolven en grizzly’s komen voor. In de Brooks Range ligt het bijna grootste nationale park van de Verenigde Staten en tegelijk ook het meest onbekende: Gates of the Arctic. Pas eind mei herovert het licht de duisternis en de lente begint.
Het voorjaar, de zomer en de herfst lijken een maand te duren. De rest van het jaar bevriest de warmte en heerst de winter. Gedurende een hele korte cyclus moeten planten en dieren zich voeden en voortplanten en dat gaat gepaard met een enorme uitbundigheid. Het zachte noordelijke licht schijnt over het meestal pure en witte landschap. Wit is ook niet het juiste woord. In de schijnbare kleurloosheid zijn vele nuances en pasteltinten aanwezig, die het landschap zo bijzonder maken. De inleiding komt uit een natuurbeschrijving van Alaska. Alleen woorden op papier zeggen niets over het gevoel wat je beleeft tijdens een bezoek aan dit gebied. Dan kun je je veel meer vinden in één zijn met de wildernis van Alaska: uitgestrektheid, een doolhof aan gletsjervalleien, woeste kliffen, granieten pilaren, tektonische krachten, uitzonderlijke natuurlijke waarden, niet aangetaste natuur, een vegetatie die er tientallen jaren over doet om tot kruiphoogte te komen, wild gevarieerde rivierdalen, superlatieve schoonheid, wisselende panorama’s, nachtelijke poollichten en meest belangrijk, het ontbreken van wandelpaden of visitor service. Buitenstaanders horen hier niet